Lees Volledig Hoofdstuk
En die man werd groot, ja, hij werd doorgaans groter, totdat hij zeer groot geworden was.
En Izak zaaide in datzelve land, en hij vond in datzelve jaar honderd maten; want de HEERE zegende hem.
En hij had bezitting van schapen, en bezitting van runderen, en groot gezin; zodat hem de Filistijnen benijdden.