Lees Volledig Hoofdstuk
Roep luide met uw stem, gij dochter van Gallim! laat ze horen tot Lais toe, o ellendige Anathoth!
Zij trekken door den doorgang, te Geba houden zij hun vernachting; Rama beeft, Gibea Sauls vlucht.
Madmena vliedt weg, de inwoners van Gebim vluchten met hopen.