Lees Volledig Hoofdstuk
Want dan zult gij uw aangezicht opheffen uit de gebreken, en zult vast wezen, en niet vrezen.
Indien er ondeugd in uw hand is, doe die verre weg; en laat het onrecht in uw tenten niet wonen.
Want gij zult de moeite vergeten, en harer gedenken als der wateren, die voorbijgegaan zijn.