Lees Volledig Hoofdstuk
En voorwaar, een berg vallende vergaat, en een rots wordt versteld uit haar plaats;
Mijn overtreding is in een bundeltje verzegeld, en Gij pakt mijn ongerechtigheid opeen.
De wateren vermalen de stenen, het stof der aarde overstelpt het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft Gij de verwachting des mensen.