Lees Volledig Hoofdstuk
Hij betrouwe niet op ijdelheid, waardoor hij verleid wordt; want ijdelheid zal zijn vergelding wezen.
Hij zal van de duisternis niet ontwijken, de vlam zal zijn scheut verdrogen; hij zal wijken door het geblaas zijns monds.
Als zijn dag nog niet is, zal hij vervuld worden; want zijn tak zal niet groenen.