Lees Volledig Hoofdstuk
Och, mocht men rechten voor een man met God, gelijk een kind des mensen voor zijn vriend.
Mijn vrienden zijn mijn bespotters; doch mijn oog druipt tot God.
Want weinige jaren in getal zullen er nog aankomen, en ik zal het pad henengaan, waardoor ik niet zal wederkeren.
