Lees Volledig Hoofdstuk
Want dan zult gij u over den Almachtige verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht opheffen.
Ja, de Almachtige zal uw overvloedig goud zijn, en uw krachtig zilver zijn;
Gij zult tot Hem ernstiglijk bidden, en Hij zal u verhoren; en gij zult uw geloften betalen.