Lees Volledig Hoofdstuk
Want Hij zal volbrengen, dat over mij bescheiden is; en diergelijke dingen zijn er vele bij Hem.
Maar is Hij tegen iemand, wie zal dan Hem afkeren? Wat Zijn ziel begeert, dat zal Hij doen.
Hierom word ik voor Zijn aangezicht beroerd; aanmerk het, en vrees voor Hem;