Lees Volledig Hoofdstuk
De onvruchtbare, die niet baart, teert hij af, en aan de weduwe doet hij niets goeds.
De baarmoeder vergeet hem, het gewormte is hem zoet, zijns wordt niet meer gedacht; en het onrecht wordt gebroken als een hout.
Ook trekt hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men des levens niet zeker.