Lees Volledig Hoofdstuk
Zij komen aan, als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij zich aan.
Zij breken mijn pad af, zij bevorderen mijn ellende; zij hebben geen helper van doen.
Men is met verschrikkingen tegen mij gekeerd; elk een vervolgt als een wind mijn edele ziel, en mijn heil is als een wolk voorbijgegaan.