Lees Volledig Hoofdstuk
Mijn ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der verdrukking zijn mij voorgekomen.
Nochtans toen ik het goede verwachtte, zo kwam het kwade; toen ik hoopte naar het licht, zo kwam de donkerheid.
Ik ga zwart daarheen, niet van de zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente.