Lees Volledig Hoofdstuk
De vreemdeling overnachtte niet op de straat; mijn deuren opende ik naar den weg;
Zo de lieden mijner tent niet hebben gezegd: Och, of wij van zijn vlees hadden, wij zouden niet verzadigd worden;
Zo ik, gelijk Adam, mijn overtredingen bedekt heb, door eigenliefde mijn misdaad verbergende!