Lees Volledig Hoofdstuk
Och, dat ik niemands aangezicht aanneme, en tot den mens geen bijnamen gebruike!
Ik zal spreken, opdat ik voor mij lucht krijge; ik zal mijn lippen openen, en zal antwoorden.
Want ik weet geen bijnamen te gebruiken; in kort zou mijn Maker mij wegnemen.