Lees Volledig Hoofdstuk
Zou men tot een koning zeggen: Gij Belial; tot de prinsen: Gij goddelozen!
Zou hij ook, die het recht haat, den gewonde verbinden, en zoudt gij den zeer Rechtvaardige verdoemen?
Hoe dan tot Dien, Die het aangezicht der vorsten niet aanneemt, en den rijke voor den arme niet kent? Want zij zijn allen Zijner handen werk.