Lees Volledig Hoofdstuk
Want hij heeft gezegd: Het baat een man niet, als hij welbehagen heeft aan God.
En gaat over weg in gezelschap met de werkers der ongerechtigheid, en wandelt met goddeloze lieden.
Daarom, gij, lieden van verstand, hoort naar mij: Verre zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht!