Lees Volledig Hoofdstuk
Dat zij haar eieren in de aarde laat, en in het stof die verwarmt.
Zijn an u de verheugelijke vleugelen der pauwen? Of de vederen des ooievaars, en des struisvogels?
En vergeet, dat de voet die drukken kan, en de dieren des velds die vertrappen kunnen?