Lees Volledig Hoofdstuk
De brulling des leeuws, en de stem des fellen leeuws, en de tanden der jonge leeuwen worden verbroken.
Van den adem Gods vergaan zij, en van het geblaas van Zijn neus worden zij verdaan.
De oude leeuw vergaat, omdat er geen roof is, en de jongens eens oudachtigen leeuws worden verstrooid.