Lees Volledig Hoofdstuk
Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe.
Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken.
Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet.