Jona 4:5
De Boosheid van Jona en de Barmhartigheid van God
Jona 4:5
Jona nu ging ter stad uit, en zette zich tegen het oosten der stad; en hij maakte zich aldaar een verdek, en zat daaronder in de schaduw, totdat hij zag, wat van de stad zou worden.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Jona 4:4
En de HEERE zeide: Is uw toorn billijk ontstoken?
Volgend Vers
Jona 4:6
En God, de HEERE, beschikte een wonderboom, en deed hem opschieten boven Jona, opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem te redden van zijn verdriet. En Jona verblijdde zich over den wonderboom met grote blijdschap.