Lees Volledig Hoofdstuk
En hij viel op het aangezicht voor Zijn voeten, Hem dankende; en dezelve was een Samaritaan;
En een van hen, ziende, dat hij genezen was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende.
En Jezus, antwoordende, zeide: Zijn niet de tien gereinigd geworden, en waar zijn de negen?