Lees Volledig Hoofdstuk
Twee vrouwen zullen te zamen malen; de ene zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Ik zeg u: In dien nacht zullen twee op een bed zijn; de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Twee zullen op den akker zijn; de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.