Lees Volledig Hoofdstuk
En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden zij Hem van haar.
En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes.
En Hij, tot haar gaande, vatte haar hand, en richtte haar op; en terstond verliet haar de koorts, en zij diende henlieden.