Lees Volledig Hoofdstuk
En zij sloegen hun handen aan Hem, en grepen Hem.
En als hij gekomen was, ging hij terstond tot Hem, en zeide: Rabbi, Rabbi, en kuste Hem.
En een dergenen, die daarbij stonden, het zwaard trekkende, sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw hem zijn oor af.