Lees Volledig Hoofdstuk
En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem.
En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven.
En een zekere vrouw, die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had,