Marcus 6:38
Jezus zendt de twaalf apostelen uit
Marcus 6:38
En Hij zeide tot hen: Hoeveel broden hebt gij? Gaat heen en beziet het. En toen zij het vernomen hadden, zeiden zij: Vijf, en twee vissen.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Marcus 6:37
Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen wij heengaan, en kopen voor tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven?
Volgend Vers
Marcus 6:39
En Hij gebood hun, dat zij hen allen zouden doen nederzitten bij waardschappen, op het groene gras.