Lees Volledig Hoofdstuk
Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.
Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij;
En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat.