Matteüs 20:24
Parabel van de arbeiders in de wijngaard
Matteüs 20:24
En als de andere tien dat hoorden, namen zij het zeer kwalijk van de twee broeders.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Matteüs 20:23
En Hij zeide tot hen: Mijn drinkbeker zult gij wel drinken, en met den doop, waarmede Ik gedoopt worde, zult gij gedoopt worden; maar het zitten tot Mijn rechter- en tot Mijn linker hand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden dien het bereid is van Mijn Vader.
Volgend Vers
Matteüs 20:25
En als Jezus hen tot Zich geroepen had, zeide Hij: Gij weet, dat de oversten der volken heerschappij voeren over hen, en de groten gebruiken macht over hen.