Numeri 14:37
De Israëlieten opstand en worden veroordeeld om te dwalen in de woestijn
Numeri 14:37
Diezelfde mannen, die een kwaad gerucht van dat land voortgebracht hadden, stierven door een plaag, voor het aangezicht des HEEREN.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Numeri 14:36
En die mannen, die Mozes gezonden had, om het land te verspieden, en wedergekomen zijnde, de ganse vergadering tegen hem hadden doen murmureren, een kwaad gerucht over dat land voortbrengende;
Volgend Vers
Numeri 14:38
Maar Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven levende van de mannen, die heengegaan waren, om het land te verspieden.