Lees Volledig Hoofdstuk
Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld.
Een wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.
Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet.