Lees Volledig Hoofdstuk
De grimmigheid des konings is als de boden des doods; maar een wijs man zal die verzoenen.
De lippen der gerechtigheid zijn het welgevallen der koningen; en elkeen van hen zal liefhebben dien, die rechte dingen spreekt.
In het licht van des konings aangezicht is leven; en zijn welgevallen is als een wolk des spaden regens.