Lees Volledig Hoofdstuk
Cheth. Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen.
Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
Teth. Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.