Lees Volledig Hoofdstuk
Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.
Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag.
Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.