Lees Volledig Hoofdstuk
Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis.
En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling;
In de schemering, in den avond des daags, in den zwarten nacht en de donkerheid;