Lees Volledig Hoofdstuk
Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen.
Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken.
Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst mede.