Lees Volledig Hoofdstuk
O God! dat Gij den goddeloze ombracht! en gij, mannen des bloeds, wijkt van mij!
Zoude ik ze tellen? Harer is meer, dan des zands; word ik wakker, zo ben ik nog bij U.
Die van U schandelijk spreken, en Uw vijanden ijdellijk verheffen.