Lees Volledig Hoofdstuk
Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn voetstappen niet zouden wankelen.
Aangaande de handelingen des mensen, ik heb mij, naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers;
Ik roep U aan, omdat Gij mij verhoort; o God! neig Uw oor tot mij; hoor mijn rede.