Lees Volledig Hoofdstuk
Neem Uw plage van op mij weg, ik ben bezweken van de bestrijding Uwer hand.
Ik ben verstomd, ik zal mijn mond niet opendoen, want Gij hebt het gedaan.
Kastijdt Gij iemand met straffingen om de ongerechtigheid, zo doet Gij zijn bevalligheid smelten als een mot; immers is een ieder mens ijdelheid. Sela.