Lees Volledig Hoofdstuk
Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.
Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen.
Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen.