Lees Volledig Hoofdstuk
Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt.
In den morgenstond bloeit het, en het verandert; des avonds wordt het afgesneden, en het verdort.
Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns.