Lees Volledig Hoofdstuk
O HEERE! hoe groot zijn Uw werken! zeer diep zijn Uw gedachten.
Want Gij hebt mij verblijd, HEERE! met Uw daden, ik zal juichen over de werken Uwer handen.
Een onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve niet;