Lees Volledig Hoofdstuk
Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is.
Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.