Ruth 4:9
De stamboom van Boaz en Ruth
Ruth 4:9
Toen zeide Boaz tot de oudsten en al het volk: Gijlieden zijt heden getuigen, dat ik aanvaard heb alles, wat van Elimelech geweest is, en alles, wat van Chiljon en Machlon geweest is, van de hand van Naomi.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ruth 4:8
Zo zeide de losser tot Boaz: Aanvaard gij het voor u; en hij trok zijn schoen uit.
Volgend Vers
Ruth 4:10
Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth, de Moabietische, de huisvrouw van Machlon, tot een vrouw, om den naam des verstorvenen over zijn erfdeel te verwekken, opdat de naam des verstorvenen niet worde uitgeroeid van zijn broederen, en van de poort zijner plaats; gijlieden zijt heden getuigen.