Lees Volledig Hoofdstuk
Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns.
Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt.
Want al onze dagen gaan henen door Uw verbolgenheid; wij brengen onze jaren door als een gedachte.