Uittocht 39:22
De Priestergewaden
Uittocht 39:22
En hij maakte den mantel des efods van geweven werk, geheel van hemelsblauw.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Uittocht 39:21
En zij bonden den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijke riem van den efod was; opdat de borstlap van den efod niet afgescheiden wierd, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
Volgend Vers
Uittocht 39:23
En het gat des mantels was in deszelfs midden, als het gat eens pantsiers; dit gat had een boord rondom, dat het niet gescheurd wierd.