Ezechiël 10:12
Het Vertrek van Gods Glorie
Ezechiël 10:12
Hun ganse lichaam nu, en hun ruggen, en hun handen, en hun vleugelen, mitsgaders de raderen, waren vol ogen rondom; die vier hadden hun raderen.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ezechiël 10:11
Als die gingen, zo gingen deze op hun vier zijden; zij keerden zich niet om, als zij gingen; maar de plaats, waarheen het hoofd zag, die volgden zij na; zij keerden zich niet om, als zij gingen.
Volgend Vers
Ezechiël 10:13
Aangaande de raderen, elkeen derzelve werd voor mijn ogen genoemd Galgal.