Ezechiël 34:30
De Heer, de Herder van Zijn Kudde
Ezechiël 34:30
Maar zij zullen weten, dat Ik, de HEERE, hun God, met hen ben, en dat zij Mijn volk zijn, het huis Israels, spreekt de Heere HEERE.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ezechiël 34:29
En Ik zal hun een plant van naam verwekken; en zij zullen niet meer weggeraapt worden door honger in het land, en den smaad der heidenen niet meer dragen.
Volgend Vers
Ezechiël 34:31
Gij nu, o Mijn schapen, schapen Mijner weide! gij zijt mensen; maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE.