Ezechiël 6:8
God's Oordeel over de Afgoderij van Israël
Ezechiël 6:8
Ik zal dan nog een overblijfsel laten, als gij enigen zult hebben, die het zwaard ontkomen onder de heidenen, wanneer gij in de landen zult verstrooid worden.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ezechiël 6:7
En de verslagenen zullen in het midden van u liggen, opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben.
Volgend Vers
Ezechiël 6:9
Dan zullen uw ontkomenen Mijner gedenken onder de heidenen, waar zij gevankelijk zullen geworden zijn, omdat Ik verbroken ben door hun hoerachtig hart, dat van Mij afgeweken is, en door hun ogen, die hun drekgoden nahoereren; en zij zullen een walging aan zichzelven hebben over de boosheden, die zij in al hun gruwelen gedaan hebben.