Ezechiël 8:10
Een Visie van Afgoderij in de Tempel
Ezechiël 8:10
Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er was alle beeltenis van kruipende dieren en verfoeilijke beesten, en van alle drekgoden van het huis Israels, geheel rondom aan den wand gemaald.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ezechiël 8:9
Toen zeide Hij tot mij: Ga in, en zie de boze gruwelen, die zij hier doen.
Volgend Vers
Ezechiël 8:11
En zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder had zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op.