Lees Volledig Hoofdstuk
Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb.
Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren.
Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.