Jeremia 2:3
Gods Beschuldiging Tegen Israëls Afvalligheid
Jeremia 2:3
Israel was den HEERE een heiligheid, de eerstelingen Zijner inkomste; allen, die hem opaten, werden voor schuldig gehouden; kwaad kwam hun over, spreekt de HEERE.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Jeremia 2:2
Ga en roep voor de oren van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, der liefde uwer ondertrouw, toen gij Mij nawandeldet in de woestijn, in onbezaaid land.
Volgend Vers
Jeremia 2:4
Hoort des HEEREN woord, gij huis van Jakob, en alle geslachten van het huis Israels!